Naamloos-1
Foto's met dank aan de journalisten
Identiteit

Journalisten over intimidatie en geweld tijdens hun job

“Als je leven in gevaar is, moet je stoppen. Geen enkel verhaal is belangrijker dan je eigen leven.”

In Frankrijk is er een golf van haat ontstaan tegen journalisten die verslag uitbrengen over de gele hesjes, en meer recent ook tegen journalisten die de corona-protesten verslaan. In Nederland haalde de NOS haar logo’s van de zendwagens na aanhoudende, dagelijkse bedreigingen tegen journalisten en persmedewerkers. Nog recenter moest Peter R. de Vries, de meest bekende misdaadjournalist van Nederland, zijn carrière met zijn leven bekopen. Belgische journalisten hebben steeds vaker bescherming nodig omwille van hun beroep, en dit is een algemene tendens: wereldwijd is er een toename van geweld tegen journalisten. Of het nu online is of op het veld, journalisten lijken nergens nog veilig voor aanvallen, pesterijen en intimidaties. 

Advertentie

Stijn Vercruysse (43), VRT-journalist gespecialiseerd in Afrika en het klimaat, Kathy Vandeportael (40), nieuwsmanager voor Het Nieuwsblad, Geoffrey Sabbe (36), Fait-divers- & rechtbankjournalist en Dalilla Hermans (35), schrijver, columnist en voormalig redacteur en activist, delen hun ervaringen met deze problematiek.

Stijn Vercruysse (43), VRT-journalist gespecialiseerd in Afrika en het klimaat

Foto Stijn Vercruysse.jpg

VICE: Dag Stijn, op welke manier kom jij in aanraking met intimidatie of fysiek geweld tijdens je werk?
Stijn:
Geweld dat rechtstreeks tegen ons gericht is, gebeurt voornamelijk op betogingen. 

Krijgen jullie soms bescherming tijdens de verslaggeving van een betoging? 
Dat gebeurt. Tijdens de betogingen tegen de corona-maatregelen in Nederland hadden we twee bewakers mee. Zij probeerden te voorkomen dat er kasseien onze kant uitkwamen of dat de uitzending verstoord werd.

Ook op betogingen van extreem-rechtse groeperingen worden we vaak geviseerd, daar nemen we dus ook soms beveiliging mee naartoe. 

Zijn er nog dingen die het uitoefenen van je job bemoeilijken?
Als je werkt in landen met een repressief regime, is de dreiging vaak onrechtstreeks. In landen waar ze niet graag pottenkijkers hebben, wordt vaak duidelijk gemaakt wat je wel en niet mag filmen. In Ethiopië kwam

iemand van de overheid met ons mee op pad, zogezegd om ons voorbij de checkpoints te helpen. Maar als we een interview deden dat hem niet aanstond, werden we gestopt. ’s Avonds wist een militaire commandant perfect welke interviews we gedaan hadden. En hij wist ons op een vrij intimiderende manier te zeggen dat hij daar absoluut niet tevreden mee was. 

Advertentie

“Als je leven in gevaar is, moet je stoppen. Geen enkel verhaal is belangrijker dan je eigen leven.”

Vormen de militairen in conflictgebieden een grote bedreiging voor journalisten? 
Soms, vooral checkpoints zijn riskant. Vooral als ze gedronken hebben, kunnen deze militairen heel onvoorspelbaar reageren. Ze kunnen je bedreigen door hun wapen te richten. Dat zijn momenten waarop ik heel erg op m’n hoede ben.

Hoe schat je in zo’n omstandigheden de risico’s in?
Het is cruciaal om een goede lokale fixer te hebben die weet hoe ver je kunt gaan, wat je wel en niet kunt doen en weet wanneer je moet stoppen. Onlangs zei onze fixer tijdens een missie: ‘Nu zijn we hier weg, nu gaan we terug’. En dan moet je luisteren. Als je leven in gevaar is, moet je stoppen. Geen enkel verhaal is belangrijker dan je eigen leven.

Waar ligt voor jou de grens?
Vijf à zes jaar geleden deinsde de toenmalige president van Gambia, een dictator, er niet voor terug om binnenlandse journalisten te laten verdwijnen en buitenlandse journalisten meteen op een vliegtuig richting eigen land te zetten. Wij zijn daar naartoe gegaan met een toeristenvisum en maakten onze reportages in het geniep. Het ergste wat ons toen kon overkomen was een korte gevangenschap, een stevige ondervraging of een uitzetting. Dat was voor mij geen reden om het risico niet te nemen.

Door sociale media krijgen journalisten meer en meer bagger over zich heen. Geldt dit ook voor jou?
Online intimidatie zie ik voornamelijk bij verslaggeving over conflicten die mensen verdelen, zoals dat bijvoorbeeld het geval is in Israël-Palestina, Rwanda of Ethiopië. De supporters zijn vaak erg fanatiek, vooral op sociale media. Na onze verslaggeving over Ethiopië kregen we plots duizenden extra volgers op Twitter, van beide kanten van het conflict. Die proberen je dan te intimideren en te beïnvloeden door je rechtstreeks aan te spreken.

Hoe ga je daarmee om?
Bij heel gevoelige, controversiële kwesties ga ik alles vier keer dubbelchecken en probeer ik er ook goed op te letten dat alle partijen gebalanceerd aan het woord komen. Zo anticipeer ik op mogelijke verwijten, en zorg ik ervoor dat ik sterk in m’n schoenen sta. Op zo’n momenten is je geloofwaardigheid extra belangrijk. 

Advertentie

Kathy Vandeportael (40), nieuwsmanager voor Het Nieuwsblad

Foto Kathy Vandeportael.jpg

VICE: Hey Kathy, jij werkt vooral op de redactie. Kom jij in aanraking met intimidatie en geweld tijdens het uitoefenen van je job? 
Kathy:
Eén keer ben ik wel persoonlijk bedreigd geweest, maar ik denk dat de mensen die veldwerk doen daar meer last van hebben. 

Wat was de aanleiding hiertoe?
We hadden een stuk gemaakt over een rechtszaak waarin een witteboordencrimineel veroordeeld werd omdat hij geld en een klantenbestand van zijn ex-werkgever had gestolen. Hoewel we de naam van de man niet voluit in de krant hadden vermeld, vond hij toch dat we zijn identiteit hadden prijsgegeven. En dus wilde hij persoonlijk wraak nemen. Op één of andere manier is hij aan m’n gsm-nummer geraakt, hij heeft me toen opgebeld om me te bedreigen. 

Welke dreigementen kreeg je toen te horen?
Hij zou ‘afkomen naar het kantoor in Antwerpen’ en ‘ik zou er niet goed van zijn’. Uiteindelijk is hij niet komen opdagen, maar ik was wel bang. Als zo iemand te weten komt waar je woont, weet je niet wat er allemaal kan gebeuren. Uiteindelijk heeft de juridische dienst van de krant zich dan met de zaak beziggehouden en heb ik er niets meer van gehoord. Die man in kwestie is dan enkele jaren later opnieuw veroordeeld voor ernstige zedenfeiten. 

Heb je nog andere vormen van intimidatie meegemaakt?
Een lezer had al jarenlang een conflict met haar buschauffeur en wou dat wij het verhaal in de krant brachten, wat wij weigerden. Op een dag belde ze mij op; ze riep dat ze de man zou neersteken om in de krant te komen. We hebben toen de politie verwittigd, die vrouw is later gecolloqueerd. 

Advertentie

Dalilla Hermans (35), schrijver, columnist en voormalig redacteur & activist

Foto Dalilla Hermans by Chen Vandeput.jpg

copyright: Chen Vandeput

VICE: Hey Dalilla, na je doorbraak bij het grote publiek kreeg je in grote mate te maken met online haat. 
Dalilla:
De bedreigingen komen in vlagen en zijn meestal afkomstig van zogenaamde trollenlegers. Je krijgt dan plots gigantisch veel dreigementen, waaronder ook doodsbedreigingen en volledig uitgeschreven verkrachtingsscènes, echt crazy shit. Sommige dreigementen waren ook tegen mijn man en mijn kinderen gericht.

Hoe ga je daar als moeder mee om? Heb je klacht ingediend bij de politie?
De instanties zijn op de hoogte maar als ik officieel klacht wil neerleggen, dan wordt er een PV opgemaakt en zal de persoon in kwestie daarvan op de hoogte worden gebracht. En misschien ook voor de rechtbank geleid worden. Het zou heel veel tijd en energie kosten om zelfs maar één zo’n trol veroordeeld te zien tot een taakstraf van maximum een paar weken. Bovendien kan het ook represailles veroorzaken.

Wat mij is overkomen, schrikt andere Afrikaanse vrouwen af om de micro op te nemen om de stem van de gekleurde vrouw op te nemen. I can’t blame them. Die trollenlegers pesten je het podium af.

Ben je bang voor een aanslag op je leven?
Omdat er al sprake is geweest van concrete bedreigingen, neem ik mijn voorzorgen. Mijn huis is beveiligd en op evenementen heb ik soms veiligheidspersoneel bij mij. Ik ben goed omringd door vrienden en familie, maar ik ben ook moeder. Bepaalde dingen doe ik dus niet meer door die intimidatie. Wat mij is overkomen, schrikt andere Afrikaanse vrouwen af om de micro op te nemen om de stem van de gekleurde vrouw op te nemen. I can’t blame them. Die trollenlegers pesten je het podium af.

Waarover ging die intimidatie precies?
Het is niet zozeer wat ik te zeggen had als activiste dat de reacties uitlokte, het ging eerder om wie ik ben. Het is puur seksisme en racisme. Een jonge vrouw van kleur die iets te zeggen heeft, daar kunnen veel mannen niet mee om. Tussen al die haatreacties zaten maar een vijftigtal berichten van vrouwen. Als gekleurde vrouw is de intimidatie ook exponentieel groter en veel harder. 

Advertentie

Hoe bescherm je jezelf mentaal tegen dit alles?
Ik heb jarenlang geprobeerd om in dialoog te gaan met mensen die me haatreacties stuurden. In 2019 heb ik zelfs een thriller geschreven op basis van al die gesprekken. Daarna, to keep my sanity, ben ik gesprekken beginnen te blokkeren. Na zo’n twee jaar heb ik eens geteld hoeveel gesprekken ik geblokkeerd had en op Facebook alleen al bleken dat er 3.400 te zijn - en dan heb ik e-mails en Instagram nog niet meegeteld. Ik heb heel lang gedaan alsof ik erboven stond, maar dat heeft de intimidatie niet gestopt.

Heeft die online intimidatie ertoe geleid dat je je passie aan de kant moest schuiven?
Nee, ik heb naar andere manieren gezocht om mijn boodschap te verkondigen. Dat voelde even als een activisme-pensioen, maar ik denk niet dat het dat ook was. Ik was goed op weg naar een activisten-burn-out. In 2020 schreef ik het boek ‘Het laatste wat ik nog wil zeggen over racisme’ en als ik dat nu herlees, merk ik toch vooral mijn vermoeidheid op. Ik heb de professionele keuze gemaakt om niet meer op televisie te komen. Ik neem veel meer zelf de controle in handen en ben voorzichtiger geworden, zodat ik mezelf niet vergaloppeer.

Geoffrey Sabbe (36), Fait-divers- & rechtbankjournalist

Foto Geoffrey Sabbe.jpg

VICE: Geoffrey, jij komt vandaag vaker met intimidatie in aanraking dan vroeger. Wat is er de laatste jaren veranderd?
Geoffrey:
De website van de krant is veel belangrijker geworden dan de gedrukte versie. Toen ik vroeger artikels schreef, stond mijn volledige naam alleen bij de grotere stukken. Bovendien was dat nieuws maar één dag relevant; de dag erop lag de krant al in de papiermand. Nu blijft alles online staan en wordt mijn naam ook bij korte teksten voluit geschreven. Lezers die een probleem hebben met wat er wordt geschreven, kunnen me daardoor veel gemakkelijker opsporen. Ze sturen mij berichten via Facebook, e-mail of bellen me op om hun ongenoegen kenbaar te maken.

Advertentie

Ik merk dat ik me veel meer inhoud tijdens het uitoefenen van m’n job. Vroeger kwam ik zo veel mogelijk te weten over een gebeurtenis en pakte ik daarmee uit in de krant. Nu ga ik nog een keer extra nadenken voordat ik iets schrijf.

Het zijn de mensen die in je stukken voorkomen die de dreigementen uiten?
Inderdaad; nu komt er al kritiek op een artikel gewoon omdat het verschijnt. Als iemand voor de rechtbank moet komen en we daar een verslag van maken, schrijven we de naam van de beschuldigde niet voluit. Maar in sommige dorpen of gemeentes hebben de mensen wel een idee om wie het gaat, of dat voelt voor de persoon in kwestie toch zo aan. En dan volgen er soms intimidaties. 

Heb je daardoor je manier van werken aangepast?
Ik merk dat ik me veel meer inhoud tijdens het uitoefenen van m’n job. Vroeger kwam ik zo veel mogelijk te weten over een gebeurtenis en pakte ik daarmee uit in de krant. Nu ga ik nog een keer extra nadenken voordat ik iets schrijf. Soms weet ik veel meer dan er in het artikel te lezen is. Gelukkig heeft de eindredactie hier wel begrip voor.

Je gaat ook de straat op in je zoektocht naar nieuws. Word je soms fysiek aangevallen of bedreigd?
De laatste jaren merk ik dat de mensen verbaal agressiever zijn geworden, vooral bij ongevallen waarbij de betrokkenen nog aanwezig zijn. Sommige mensen worden boos als ze een camera zien en roepen ‘je kan maar zien dat je hier geen artikel over schrijft’ of ‘maak één foto en ik sla op je bakkes’. Ze proberen je schrik aan te jagen. 

Heb je ooit de politie verwittigd na zo’n incident? 
Twee jaar geleden heb ik getwijfeld. Ik interviewde een vader wiens zoon in het ziekenhuis lag, hij was neergestoken door de uitbater van de pitazaak die hij had proberen overvallen. Ik ben gaan aanbellen bij die man om te vragen of hij wou meewerken aan het stuk, en hij heeft me toen binnengelaten. Tijdens ons gesprek hadden we duidelijk afgesproken wat wel en wat niet mocht verschijnen, maar plots sloeg de stemming om; hij zei dat hij me moest vermoorden na alles wat hij verteld had. Toen het artikel online was verschenen, stalkte hij me onophoudelijk via de telefoon. Hij zei dat hij 's nachts aan mijn huis zou staan en dat honderd politiemannen niet zouden volstaan om hem tegen te houden. Maar achteraf heb ik mensen van zijn familie, waarmee hij geen contact meer had, aan de lijn gehad. Ze wisten mij te vertellen dat hij aan schizofrenie leed en al eerder veroordeeld was voor stalking. Ze beweerden dat het bij woorden zou blijven, maar ik was er toch niet gerust in. 

Soms gebeurt het ook dat mensen op het moment zelf willen meewerken aan een stuk, maar daar later spijt van krijgen. In sommige gevallen kan ik dat begrijpen, maar ikzelf mag niet zomaar een artikel van de website verwijderen. De juridische dienst regelt dat en dat vraagt wat tijd, maar de dreigementen zijn wel voor mijn adres.

Neem je maatregelen om je identiteit te beschermen?
Als ik voel dat er intimiderende reacties kunnen komen op m’n verslaggeving, laat ik mijn initialen plaatsen. Dat doe ik ook met artikels over zware criminele feiten. Op het terrein probeer ik zo conflictmijdend mogelijk te werken en ik bouw buffers in om m’n gegevens te beschermen. Ik deel bijvoorbeeld geen (of amper) persoonlijke informatie op sociale media. Maar ik hou me vooral veel meer in als ik schrijf, omdat ik weet dat er anders gegarandeerd weer telefoontjes, mails of berichten volgen. En in al die negativiteit heb ik geen zin.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.