FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Ik testte een hele werkdag alcoholvrije wijn om mijn kantoorbaan op te fleuren

De volgende dag goot ik me vol met echte wijn om het wetenschappelijk te houden. Maar dat viel vies tegen.
Tim Fraanje
Amsterdam, NL
tim drinkt wijn bij zijn ontbijt
Alle foto's door de auteur

In Frankrijk staat het verworven recht van wijn tijdens werktijd onder druk, met grote onvrede tot gevolg. Franse agenten werden er boos van dat ze geen karafjes rood meer bij de lunch kregen en een minister riep laatst nog dat wijn een ander soort alcohol is, die geen problemen veroorzaakt. Dat is natuurlijk bullshit, maar ergens snap ik wel waarom je alle wetenschappelijke inzichten over de donkere kant van alcohol glashard zou negeren. De hele dag wijn drinken op je werk, het klinkt heerlijk én gecultiveerd.

Advertentie

Helaas is het in Nederland al lang niet meer sociaal geaccepteerd om wijn te drinken op je werk, en ook qua totale drankinname zijn we flink aan het minderen. Alcoholvrije wijn zit daarentegen in de lift. Die wordt meer en meer verkocht, vooral aan Randstedelingen tussen de 25 en 36. Mensen uit deze groep (waartoe ik ook behoor) zijn het beu om op sommige momenten geen wijn te drinken. We willen altijd wijn. Tijdens de zwangerschap, of het autorijden, zoals de meeste aanjagers van deze trend, maar ook tijdens werk, zoals ik. Ik wilde weten of alcoholvrije wijn dé oplossing is voor mensen die wat Franse schwung in hun leven willen, zonder de nare consequenties. Daarom dronk ik één dag alcoholvrije wijn op werk, en de volgende dag normale wijn, zodat ik een wetenschappelijk verantwoorde vergelijking kon maken.

De voorbereiding

De avond voor mijn experiment doe ik even wat research. Lang niet iedereen neemt de alcoholvrije wijntrend serieus. In een toonaangevende Facebook-groep voor chef-koks en andere horeacatijgers vroeg iemand naar goede alcoholvrije wijn. Naast wat serieuze tips voor goede wijnen zonder alcohol volgden er vooral honende reacties als: “Alcoholvrije wijn, dat is toch gewoon druivensap?!” en “Nu is het wachten op een snuifpoeder zonder coke.” Omdat ik van deze opmerkingen niet veel wijzer word, besluit ik om me te laten voorlichten door de deskundige medewerkers van mijn vaste delicatessen-nachtwinkel. Ik kom thuis met een fles rood van het merk Natureo, van 8 euro, en een fles wit van Carl Jung, á 4 euro.

De alcoholvrije wijndag (woensdag)

8.30: Ik klim uit bed, kleed me aan en schenk meteen een alcoholvrij glaasje rood in, die al klaar staat op de ontbijttafel. Het is een geinig idee, maar de eerste slok gaat niet heel soepeltjes naar binnen. Het smaakt zoet, een beetje als glühwein, maar mijn maag kan het spul niet van echt onderscheiden. Ooohhh nee, niet nu al! schreeuwt mijn lijf. Na die slok besluit ik dan ook maar eerst mijn ontbijt op te eten en een kop koffie te drinken. En ook al is koffie en rode wijn een vreselijke combinatie, toch komt mijn systeem op gang en ik slaag erin om de wijn naar binnen te gieten. Er volgt een onverwacht prettig placebo-effect: het randje is van m’n dag af en ik fiets in een dromerige roes naar kantoor.

Advertentie

11.00: Terwijl iedereen een beetje gaar naar zijn/haar scherm aan het staren is, haal ik de fles rode ‘wijn’ en een glas tevoorschijn. Het gezicht van mijn eindredacteur die rechts naast me zit, flitst van “WTF?!” naar “Whatever.” Snel schermstaart hij weer verder. En dat nog voordat ik hem heb verteld dat het alcoholvrije wijn is. Blijkbaar is het ook weer niet zó raar om te drinken op kantoor.

1548843931816-tommytim

De reactie van mijn eindredacteur op de alcoholvrije wijn.

12.31: Ik heb inmiddels mijn vierde glas ingeschonken; er is geen spoortje van dronkenschap te bekennen.

13.30: Lunch met wijn is erg feestelijk, en ik snap wel waarom veel Fransen er chagrijnig van worden dat dit ze nu ook al ontnomen wordt. Maar op zich werkt het ook prima met de wijn van Carl Jung (niet de psychoanalyticus, maar een Duitse boer annex trendziener die al in 1908 (!) begon met de productie van alcoholvrije wijn). Ik laat wat Carl Jung proeven aan twee collega’s, beiden wijnkenners. “Ik proef kurk, terwijl deze wijn een schroefdop heeft.” zegt de ene. “Hij smaakt een beetje geoxideerd, zoals sherry en wijn die je te lang open laat staan.” zegt de andere. Het is dus niet de alcohol in wijn die snobistisch maakt.

1548844080891-timwouter

Hier ben ik placebo-dronken, een Noisey-collega proeft de wijn op een niet-snobistische manier.

13.50: “Eet smakelijk,” zegt de CEO van VICE nadrukkelijk, terwijl hij achter me langsloopt. Ik was net een theatrale slok van mijn wijn aan het nemen en de fles is inmiddels halfleeg. Wat ik aan het doen ben, is prima uit te leggen, maar daar krijg ik niet de kans voor. De baas is al weer weg en ik voel me alsof ik eigenhandig de bedrijfscultuur aan het verloederen ben met mijn uitgebreide wijnlunch op de woensdagmiddag. Dat voelt goed, maar ook slecht. Maar toch meer goed.

Advertentie

14.06: Ik schenk het laatste beetje rood voor mezelf in. “Dit is de redactie, hier gebeurt het allemaal.” hoor ik iemand op de gang zeggen die een klant of adverteerder een rondleiding geeft. Gelukkig komen ze niet naar binnen om mij achter twee lege flessen te zien zitten.

14.40: De redacteur die links naast me zit, merkt nu pas op dat ik al de hele dag aan het tanken ben. “Waarom drink jij wijn?” vraagt ze. Ik leg uit dat ik alcoholvrije wijn aan het testen ben, en vraag of ze ook een slokje wil. Ze ruikt en zegt: “Nee dank je, ik lees het stuk wel.”

15.13: Ik ga verder met mijn fles Carl Jung en begin een beetje duf te worden, zoals dat normaal is na twee flessen wijn. Het zou de suiker kunnen zijn, want daar schijnt vooral de niet-bubbelende alcoholvrije wijn rijk aan te zijn. Maar zo ja, is de alcohol dan überhaupt wel een werkzame stof in wijn?

17.49: Het was waarschijnlijk de suiker, want ik heb de hele middag allerlei rare dips en rushes. Ik ben blij dat ik nu naar huis kan.

20.00: Er komen mensen eten, en ik verdeel het laatste beetje uit de fles Carl Jung over onze glazen. Het is net zo gezellig als met alcoholhoudende wijn. Toch blijkt alcoholvrije een soort gateway-drankje te zijn: als je er eenmaal mee begint, stap je makkelijk over op iets sterkers. Oké, ik eindig niet aan de heroïne, maar ik ben erg geneigd mijn drinkritme vol te houden, waardoor ik nu moeiteloos overschakel op alcoholhoudend bier, whisky en echte wijn.

Advertentie
1548844587692-DSC_1289

Ook dit soort romantische ongein gaat prima met alcoholvrije wijn.

Het controle-onderzoek (donderdag)

8.30: De zon lacht me toe maar ik heb wel flinke hoofdpijn, wat ik had kunnen voorkomen door het gisteravond bij alcoholvrije wijn te houden. Maar ja. Eerlijk gezegd heb ik helemaal geen zin om nu meteen weer aan de wijn te gaan. Ik zet thee om mezelf moed in te drinken. Op het theezakje staat: “Uplift yourself and uplift others.” Dus geef ik mijn gasten, die zijn blijven slapen, een lekkere bel wit. Ze zijn op vakantie in Amsterdam en hoeven dus alleen hersenloos door het Van Gogh Museum te slenteren. Het ontbijt is erg gezellig en we voeren discussies over de teloorgang van Europa.

1548844675346-DSC_1294

10.00: Ik heb vast wel eens gewerkt met een hoger promillage in mijn bloed na een uit de hand gelopen donderdagavond. Toch ben ik een beetje op mijn hoede als ik, een half uur te laat, kantoor binnenloop. Ik voel me goed maar ook alsof ik elk moment betrapt kan worden. Ik kan het me deze ochtend eigenlijk niet permitteren om heel dronken te worden: rond een uur of twaalf word ik gebeld door het OM om ze te interviewen voor een ander stuk onderzoeksjournalistiek dat ik aan het schrijven ben.

12.45: Ik heb een fles pinot grigio gehaald. De mensen van het OM hebben me nog steeds niet teruggebeld, maar ik moet toch ook door met mijn wijnexperiment.

12.59: Mijn eerste glas is leeg, en ik heb meteen zin in de volgende. Beter nog maar even niet, omdat ik straks nog die serieuze mensen van het OM aan de tand moet voelen over hoe de hoogte van boetes voor bijvoorbeeld openbaar dronkenschap wordt bepaald

Advertentie

13.05: Ach, wat maakt het ook uit. Glas twee. Drinken in je eentje op kantoor voelt stom, ontzettend stom, al zou het misschien anders zijn als iedereen het deed. Nu zit ik met een stalen gezicht achter mijn computer net te doen alsof ik werk, maar in plaats daarvan ben ik aan het instascrollen. Ik betrap me erop dat ik in één of andere ordinaire thirst trap trap en me daarna verlies ik me in zeeën van Salvador Dalí-memes. Het is namelijk zijn sterfdag.

15.00: Glas drie. Ik heb de fashionredacteur tegenover me voorzichtig verteld van mijn experiment. Zij doet mee aan het pathetische initiatief “dry january”, zoals wel meer mensen hier op kantoor. “Zit je lekker te pimpelen?” schreeuwt ze over de werkvloer. Fijn, bedankt. Ik moet blozen en heb het gevoel dat ík de aansteller ben.

15.30: Net als gisteren heb ik nogal grote moodswings door de suiker in de wijn. Ik zak steeds dieper in mijn stoel. Dan word ik gebeld! Het is niet het OM, maar een potentiële interviewkandidaat. Door mijn soepele wijnbabbel is het een gezellig gesprek, maar niet erg to the point. We spreken af dat we elkaar snel weer spreken.

15.45: Ik bestudeer voor het eerst in mijn leven het plafond van het kantoor. Het is een rare hybride van balken, glas en systeemplafond.

16.12: Glas vier. Net als ik een klein beetje uit mijn gare wijndal kruip, en me prima vermaak met de zoektocht naar domme rechtenvrije foto’s voor bij mijn serieuze stuk onderzoeksjournalistiek (het OM heeft overigens nog steeds niet teruggebeld), besluit ik nog maar een glas in te schenken. Ik zit namelijk nog niet aan de anderhalve fles die ik gisteren leeggetrokken heb, en er is geen groter goed dan de wetenschappelijke methode.

Advertentie
1548846149937-waterskieen

Eén van de willekeurige foto’s voor bij mijn serieuze stuk. Foto via

16.36: Weer een inkakkertje, tijd voor wat koffie. De collega die heel januari droogstaat, lacht me weer uit als ze me richting het koffieapparaat ziet zwalken. “Haha, die motoriek. Moet ik je even van de trap helpen klimmen?” Grappig hoor, ze is gewoon gefrustreerd dat ik hier lekker dronken ben terwijl zij al drie weken geen druppel drinkt. “Ik ga je kapotschrijven,” zeg ik tegen haar. “Met je domme dry january.”

17.15: Hoe meer ik drink, hoe meer ik op gang kom. Ik heb de gaarheid en de schaamte nu voorgoed achter me gelaten en begin begeistert de inleiding voor dit stuk te typen. Helaas heb ik die weer helemaal moeten schrappen, omdat hij volstond met allerlei onnodige cultuurkritiek over “calvinistische moraal”, “gezondheidsobsessie” en “vertrutting”.

17.56: Ik kan niet meer typen zonder fouten. De fles is leeg. Ik ben blij dat de man van het OM me niet gebeld heeft. Ik overweeg om gewoon maar wat quotes voor hem te verzinnen.

18.10: “Hoe ging het vandaag?” vraagt de hoofdredacteur, die van mijn project op de hoogte is. “Goed,” zeg ik met dubbele tong. Ze kijkt me meewarig aan. Ik ga maar eens naar huis.

18.50: Die avond ga ik uit eten met mijn geliefde. Ik ben redelijk aangeschoten, maar in een restaurant voelt dat toch een stuk natuurlijker dan op kantoor. Waar een dag lang alcoholvrije wijn de dranklust in de avond exponentieel deed toenemen, schakel ik nu juist terug, naar bier en bubbelwater. Als tegen het eind van het diner de limoncello gebracht wordt zijn mijn wel wijndrinkende geliefde en ik keurig op een gelijk alcoholniveau.

1548846278389-tim-wijn2

Hier giet ik het laatste beetje pinot grigio in mijn glas.

Conclusie

Alcoholvrije wijn heeft bijna alles dat gewone wijn ook heeft. Je kunt er net zo snobistisch over doen, het is net zo feestelijk en het staat net zo gecultiveerd. Qua smaak zijn er alcoholhoudende wijnen die beter zijn, maar ik heb ook wel eens slechtere geproefd. Bovendien heb ik maar twee soorten alcoholvrije wijn geprobeerd, wat dat betreft valt er nog een hele wereld aan smaken te ontdekken. En als je op een dag andere dingen te doen hebt dan op een terras zitten, maar toch de hele dag wijn wilt drinken, is alcoholvrije wijn zelfs overtuigend de betere keuze van de twee. Er is weinig zo vervelend als een hele dag gevangen zitten achter je computer terwijl je langzaam dronken word. Het is een voortdurend gevecht tegen jezelf, want eigenlijk zou je het liefst kwijlend op je toetsenbord slapen, dingen door het kantoor schreeuwen, of iedereen continu bestoken met warrige mails vol slecht onderbouwde levensfilosofie.

Toch is de belangrijkste conclusie van het experiment dat de hele dag wijn drinken überhaupt niet iets waar ik graag een gewoonte van zou maken. Niet de alcohol is het probleem, maar al die suiker. Die doet namelijk ook allerlei rare dingen met je energielevel. Toch zou één keer per week een alcoholhoudend wijntje, of een fles alcoholloze wijn bij de lunch, best een prima afwisseling kunnen zijn voor die eeuwige automatenkoffie.

Volg MUNCHIES op Facebook, Instagram en Flipboard.