Identiteit

Drie jonge mensen over de klimaatruzies die ze met hun ouders hebben

Iedere avond een generatieconflict aan tafel. “Als zij vlees eten, dan maak ik dierengeluiden.”
tieners, jongeren
Julia, Melih en Wietske. Foto's met dank aan de geïnterviewden.

“Je hebt wel vegetarisch eten klaargemaakt, toch?,” vraagt de 16-jarige Melih per telefoon aan zijn moeder. Het is een ongemakkelijke en herkenbare scène uit de VPRO-documentaire We Are Fucked, waarin drie jonge klimaatactivisten worden gevolgd. Z’n moeder antwoordt dat ze de lamskoteletjes al klaar heeft gemaakt, en dat ze wil dat hij vlees mee-eet zolang hij in de groei is. “Dat is wel een dood dier wat je in je mond stopt,” zegt Melih even later als hij in de keuken van zijn moeder staat. “Dat weten we, maar wij zijn opgegroeid in een andere tijd,” zegt zij dan.

Advertentie

Het is niet zo gek dat er frictie ontstaat tussen steeds milieubewustere tieners en hun vleesetende, autorijdende ouders. Tieners van nu krijgen te maken met desastreuze klimaatgevolgen, omdat de generaties die voor hen kwamen niet goed voor de planeet hebben gezorgd. Voor hun ouders, die meestal met minder klimaatstress opgegroeid zijn, is dat nog wel eens lastig. Zij zien autorijden, met het vliegtuig op vakantie gaan en af en toe een karbonade eten meestal als vrij onschuldige bezigheden, of zelfs als noodzakelijk onderdeel van een comfortabel leven.

Ik sprak drie jonge Greta’s, waaronder Melih, over hun klimaatstrijd en de generatieconflicten die ze thuis hebben met hun ouders.

vvStill We Are Fuck. Melih op balkon.png

Still uit We Are Fucked

Melih (16)
Ik ben niet opgegroeid in een gezin waarin gesproken werd over het klimaat. Toen ik 13 was las ik op social media over een klimaatstaking in Den Haag. Dat trok me, dus ging ik er heen. Daar ontmoette ik iemand van Fridays for Future, een groep scholieren en studenten die staken voor het klimaat, en sindsdien ben ik daarbij aangesloten. We organiseren stakingen en acties om te laten zien dat we het niet eens zijn met het klimaatbeleid. Mensen weten wel dat bijvoorbeeld de vleesindustrie slecht is, maar niet hoe slecht en daar maak ik me zorgen over. Er zijn een paar mensen die grootschalige verandering kunnen brengen − en dat zijn de mensen in Den Haag.

Advertentie

Als mijn ouders de koelkast te lang open laten staan, of de kraan laten lopen, zeg ik: “Dat is slecht voor het milieu.” Dan lachen ze eventjes, en is het stil. We discussiëren er thuis nauwelijks over, want we zijn het niet met elkaar eens en we zijn geen praat-familie.

Mijn vader is een klimaatontkenner, hij was boos toen ik me bij Fridays for Future aansloot. Mijn moeder vindt het niet goed dat ik geen vlees eet, omdat ik nog in de groei zit. Ik heb mijn ouders vaak verteld dat klimaatverandering de grootste bedreiging is op dit moment en dat Nederland zal overstromen. Maar al die dingen die ik ze vertel, lijken geen zin te hebben. Volgens mij vindt mijn moeder het overdreven wat ik doe. Zij werkt bij KLM en dat vind ik nogal een dingetje. Ik ben, op z’n zachtst gezegd, geen fan van vliegen. Maar ook daar praten we niet echt over. Ik kan haar nog honderd keer uitleggen dat vlees eten niet goed is, maar bij mensen die al hun hele leven vlees eten is het lastig om dat te veranderen. Bij mijn moeder gaat dat niet meer lukken, en dat heb ik geaccepteerd. Wel heeft mijn moeder de documentaire waar ik inzit gekeken, ze zeiden dat ze ‘m best goed vonden.

 

 

Wietske Overdijk02_portret.png

Wietske (20) 
Op mijn veertiende zei ik: “Pap, mam, ik eet geen vlees meer.” En ja, daar heb ik met mijn ouders genoeg over gediscussieerd. Ik wilde het heel graag tot mijn ouders laten doordringen hoe slecht het eten van vlees is. Het contrast was heel groot: zij waren nauwelijks bezig met de vleesindustrie, ik juist heel erg. Het was een dagelijks onderwerp aan de keukentafel, vooral als er daadwerkelijk vlees op tafel kwam. Terwijl zij dat vlees dan aten, maakte ik dierengeluiden. Super flauw, maar ik was jong en kon het niet aanzien. Vaak kreeg ik als antwoord ‘dat ze geen zin hadden om het erover te hebben.’ Dat zorgde voor frustratie. Dan vroeg ik: “Wanneer kunnen we het er wel over hebben?”

Advertentie

Ik voelde me onbegrepen en kon me daar alleen in voelen. Ik dacht: ik ben jong en kan het wel, jullie zijn oud maar kunnen het niet. Dat vind ik zo vet aan deze tijd: dat er zoveel jonge mensen gepassioneerd over het klimaat zijn.

Ik besloot een powerpointpresentatie voor mijn ouders en broer te doen, met filmpjes van slachtingen en feitjes over het klimaat. Zij vonden dat overbodig en extreem. Nu begrijp ik dat wel. Ze zeiden dat ze hun best deden, maar ik zag geen verandering in hun gedrag. Wel merkte ik dat het hielp om het er af en toe over te hebben.“Kook jij dan eens, laat ons zien wat je wil maken zonder vlees”, zeiden ze. En dan maakte ik iets met vleesvervangers. Daar waren ze coulant in.

Mijn broer was een behoorlijke vleeseter, maar is daarmee gestopt toen hij een klimaatgerichte studie ging doen. Daar ben ik heel erg blij mee. Hij is er inmiddels zelfs actiever mee bezig dan ik. Hij is ook gesprekken met mijn ouders gaan voeren over het klimaat. Inmiddels eten mijn ouders twee keer per week vlees, in plaats van elke dag, en scheiden ze hun afval. Toen mijn broer een klimaatstaking organiseerde, waren mijn ouders er ook bij met borden. Op mijn moeders bord stond: ‘Stem op het klimaat!’ met een zelfgetekend plantje. Ik ben trots op de verandering die ze hebben gemaakt.

 

 

Julia.jpg

Julia (14)
Het verlies van GroenLinks bij de afgelopen verkiezingen was een enorme tegenvaller voor me. Ik vraag me af waarom er mensen aan de macht zijn die zich gedragen of ze de klimaatcrisis helemaal niet zien. Ik maak me grote zorgen over mijn toekomst en die van andere jongeren. En vooral voor jongeren in armere landen, waar ze minder makkelijk dijken kunnen ophogen of nieuwe huizen kunnen neerzetten na een natuurramp. 

Ik doe wat nodig is om uit deze crisis te komen. Je kan het klimaat zien als iets dat bij jezelf begint: ik vlieg bijvoorbeeld vrijwel nooit en eet geen vlees. Maar daarmee is het probleem nog niet opgelost, daar is meer voor nodig. Ik ben aangesloten bij Fridays For Future: ik demonstreer vaak en heb meegeholpen met het organiseren van het klimaatalarm op 14 maart. Heel vet. Zo probeer ik mijn steentje bij te dragen. Ik wil later kunnen zeggen dat ik mijn best heb gedaan om klimaatverandering te stoppen.

Ik ben activistisch als het gaat om het klimaat en ik heb het gevoel dat mijn ouders en andere volwassenen de ernst van de situatie minder goed inzien. Ik discussieer vaak met mijn ouders over mijn activisme en de tijd die ik daaraan besteed − ik ben er best druk mee. Mijn moeder zegt regelmatig: “Pas je op dat je niet in de knoei komt met school?” Ik denk dan: met school kom ik helemaal niet in de knoei, ik kom in de knoei met klimaatrampen. Sommige activisten worden opgepakt, bij een blokkade bijvoorbeeld, en mijn moeder zou het heel erg vinden als dat bij mij gebeurt. Dat begrijp ik wel, maar ik denk dat we alles moeten doen om het klimaat te redden − ook als daar blokkades voor nodig zijn. 

Als mijn moeder vlees eet, of als ik het gevoel heb dat ze me niet begrijpt, kan ik verdrietig of boos zijn, omdat het voelt alsof ik me als enige zorgen maak om onze planeet. Dat vind ik zo fijn aan het activisme − een groep met wie je samen ergens voor vecht.