FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Hoe AIDS kunst in Amerika voorgoed veranderde

Drie tentoonstellingen in New York laten zien dat de kunstwereld nog steeds worstelt met de sporen van de HIV-epidemie in de jaren tachtig.
aids

Waarom hebben Amerikaanse musea hier in godsnaam zo lang mee gewacht? Dat vroeg Holland Cotter, kunstcriticus van de New York Times zich af in een recensie over Art AIDS America. Het is de eerste show die de reactie van de kunstwereld op de HIV/aids-crisis onderzocht.

Het gebruik van kunst als verwerkingsmechanisme en als manier om mensen in actie te brengen tijdens tegenspoed en rampen is natuurlijk niets nieuws. Het eerste kunstwerk dat met aids te maken heeft is dan ook waarschijnlijk al in 1981 gemaakt), hetzelfde jaar dat de Amerikaanse epidemie-organisatie CDC haar eerste officiële rapport over HIV uitbracht.

Advertentie

Sindsdien is er goed werk geleverd door instellingen als Visual AIDS, een vereniging die kunst gebruikt om meer bewustzijn rondom de ziekte te creëren, en door het Leslie-Lohman Museum of Gay and Lesbian Art, dat als doel heeft kunstenaars die met de ziekte worstelen te ondersteunen met een mengeling van schoonheid, drama en sarcasme – kunst dus.

Maar Cotter had een punt. Het is gek dat het de Amerikaanse kunstwereld bijna drie decennia heeft gekost voor er iets met de epidemie werd gedaan. Vandaag, twee jaar na de opening van Art AIDS America, zijn er nog steeds maar drie tentoonstellingen geweest in New York die gingen over AIDS-activisme en kunst.

"Mensen die met de HIV/aids-epidemie moesten dealen hebben soms net zulke traumatische ervaringen opgedaan als mensen die een oorlog hebben meegemaakt. Het kan decennia duren voor mensen zulk trauma bespreekbaar of hanteerbaar kunnen maken," zei Greg Ellis tegen me. Ellis is de curator van de tentoonstelling Screaming in the Streets: AIDS, Art, Activism die nu te zien is in New York. In de jaren tachtig werden een hoop mensen in zijn omgeving getroffen door de HIV-epidemie. Hij begon toen met het verzamelen van archiefmateriaal van zijn vrienden – veelal kunstenaars en activisten.

De show is volgens Ellis bedoeld om "de discussie aan te wakkeren over wat de geschiedenis van aids-activisme is", en om te laten zien hoe nauw de relaties en samenwerkingsverbanden waren die grote kunstenaars in die tijd met elkaar hadden.

Advertentie

In Screaming in the Streets zie je namelijk werken van gevestigde namen als Keith Haring en Nan Goldin, maar ook allerlei memorabilia van radicale queer-plekken. Populaire plekken als The Gaiety, The Club Baths en Dancetaria vallen daaronder. Zulke plekken ontwikkelden en versterkten de sociale netwerken van queer-kunstenaars in New York in die tijd – iets wat de kunstenaars uit Ellis' tentoonstelling ook deden. Activisten en kunstenaars hielden daar vaak geldinzamelingsacties. Dat was hard nodig, want omdat HIV/aids nooit het stigma verloor dat het een 'terminale ziekte voor gays' was. De ziekte werd juist snel brandstof voor anti-queer retoriek, die zorgde voor een verdere afscheiding van de queer-gemeenschap.

De curator van de tentoonstelling AIDS at Home: Art and Everyday Activism, Stephen Vider, had wel een kanttekening bij welk soort activisme zichtbaar was en welke soort niet: "Bij HIV/aids-activisme ging de meeste aandacht vaak uit naar straatprotesten en het belangrijke werk van organisaties. Maar er waren ook meer private activiteiten die veel minder zichtbaar zijn gebleven."

Met zijn tentoonstelling wil Vider juist kijken naar wat voor impact de HIV-crisis had op mensen hun thuissituatie. Hoe hielp dat kunstenaars en activisten om om te gaan met de terreur van de ziekte?

AIDS at Home is zo ingericht dat het voelt als een echt vierkamerappartement; elke kamer vertelt een deel van het verhaal van de tentoonstelling. Terwijl je als bezoeker de ruimte verkent, beweeg je naadloos van lessen in activistische geschiedenis naar een overzicht van protestkunst. Zo kom je achter de impact van de crisis op het verzorgen van je geliefden, op je huisvesting en je omgang met je familie. Een van de hoogtepunten is Bath Curtain, een hartverscheurend schilderij uit 1992 van Hugh Steers, dat een man toont die zijn geliefde verzorgt.

Advertentie

Een ander hoogtepunt is Peter Hujar's Diagnostic Letter, een brief uit 1987 van Huja's dokter die hem gedetailleerd uitlegt wat de gevolgen zijn van zijn aids-diagnose. Er zit een tekening bij door David Wojnarowicz, waarin twee kussende mannen te zien zijn. "Ik wilde niet dat iemand weg zou gaan zonder het gevoel dat HIV/aids urgent is", zei Vider.

Hugh Steers, Bath Curtain, 1992, met toestemming van Alexander Gray Associates, New York, © 2016 Estate of Hugh Steers/Artists Rights Society (ARS), New York.

Urgentie was ook een van de uitgangspunten van VOICE = SURVIVAL, een derde tentoonstelling, die zich richt op de rol van de stem van activisten – zowel metaforisch als letterlijk – in het gevecht tegen de crisis.

In die tentoonstelling vind je opnames van het antwoordapparaat van David Wojnarowicz en clips van de Why We Fight-speech van activist en schrijver Vito Russo. "Als toekomstige generaties vragen wat wij in deze crisis deden, kunnen we ze vertellen dat we hier vandaag stonden", zei Russo destijds. In de serie Read My Lips van Gran Fury wordt de metaforische stem van activisten juist omgezet in illustraties.

Dit soort exposities over AIDS geeft het publiek een kans iets van de ongelofelijke psychologische impact van de crisis te voelen. Het laat zien dat HIV niet meer de last en dreiging vormt die het vroeger was. Maar de afgrijselijke sporen die de epidemie op de wereld heeft achtergelaten, zijn we nog steeds aan het ontdekken.