Illustraties door Weronika Kolinska
Illustraties door Weronika Kolinska 

FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

De wantoestanden in sommige door westerse organisaties gerunde tehuizen in Afrika

"Mijn voormalige baas heeft uit frustratie wel eens een stok in tweeën geslagen op de rug van een zevenjarig kind."

De laatste jaren is er steeds meer kritiek op zowel westerse vrijwilligers die voor een paar weken afreizen naar Afrika, als op de vrijwilligersprojecten zelf, die vaak aangestuurd worden door westerlingen. Margot, die al jarenlang in Oost-Afrika woont en bij verschillende kindertehuizen werkte die gerund werden door westerlingen, had ook de nodige, slechte ervaringen: "Veel van die mensen ontwikkelen een soort messiascomplex."

Advertentie

Tien jaar geleden emigreerde Margot* naar een Oost-Afrikaans land, om aan de slag te gaan bij een kindertehuis dat gerund wordt door een westers echtpaar. Anderhalf jaar daarvoor had ze een aantal weken lang als vrijwilliger bij een vergelijkbaar kindertehuis gewerkt, en al snel besloot ze Nederland voorgoed achter zich te willen laten. "Ik had het idee dat ik me daar nuttiger kon maken dan in Nederland. Het kindertehuis waar ik zou gaan werken was toen nog vrij kleinschalig, er woonden zo'n twintig kinderen – al was het van begin af aan hard werken." De oprichters van het tehuis maakten deel uit van een streng gereformeerde, christelijke gemeente. "Mensen met zo'n christelijke moraal, die uit 'barmhartigheid' de zorg voor weeskinderen op zich nemen – ik dacht dat daar weinig mis mee kon zijn." Maar na een paar jaar werkzaam te zijn geweest voor het tehuis, begon ze haar bedenkingen te krijgen. "De goede bedoelingen van de directeur van het project leken steeds meer gespeeld te zijn," legt Margot uit. "Hij begon heel geleidelijk aan steeds agressiever te worden, zowel richting de kinderen als de werknemers. Er was bijvoorbeeld één jongetje van een jaar of zeven dat continu met opzet in z'n broek plaste. Uiteindelijk was mijn [voormalige] baas het zo zat, dat hij een stok in tweeën kapot sloeg op de rug van dat kind. Veel kinderen stonden doodsangsten uit voor die man. Als ze hem aan zagen komen lopen, krompen ze zichtbaar ineen. Later kwamen dat soort gewelddadige incidenten steeds vaker voor, om de kleinste dingen. Zo had één van de lokale werknemers eens wat spullen uit het voorraadhok gestolen. Op zich niet vreemd, want die mensen ontvingen een hongerloontje – terwijl de directeur als god in Frankrijk leefde. Die werknemer is toen zó hard in elkaar geslagen door de baas, dat hij een paar dagen uit de running was."

Advertentie

Uiteindelijk was mijn voormalige baas zijn gedrag zo zat, dat hij een stok in tweeën kapot sloeg op de rug van dat kind.

Waar dit gedrag precies vandaan kwam, weet ze nog steeds niet zeker. Maar ze heeft wel zo haar ideeën: "Ik heb, na uiteindelijk weg te zijn gegaan bij die eerste NGO, ook nog voor andere NGO's gewerkt die aangestuurd worden door westerlingen. Je ziet wel vaker dat zo'n functie mensen naar het hoofd stijgt – door de aandacht die zulke organisaties vaak krijgen [in de westerse pers], hun nieuwe status in zo'n land – waar ze ineens tot de elite van de samenleving horen vanwege hun huidskleur en financiële status – en natuurlijk de bakken sponsorgeld die ze vaak binnenkrijgen [vanuit hun thuisland]. Er heerst hier zoveel corruptie en dit zijn de mensen die het zich kunnen veroorloven daar gebruik van te maken, door overheidsinstanties om te kopen. Ze ontwikkelen dan een soort messiascomplex en kunnen niet meer eerlijk naar zichzelf kijken."

Ik vraag Margot naar een voorbeeld van hoe dit soort mensen profiteert van de corruptie in een dergelijk ontwikkelingsland. Ze vertelt: "Nou, als tehuis moet je volledig geregistreerd staan bij de overheid en veel NGO's staan dat niet. Ze beschikken niet over de volledige papieren, want het is lastig om aan alle voorwaarden te voldoen. Ze kunnen daar onderuit komen door jaar na jaar ambtenaren om te kopen. Eigenlijk kan iedere gek met een zak geld hier een weeshuis beginnen." Na een paar jaar besloot Margot om het kindertehuis te laten voor wat het is en bij een ander, soortgelijk project aan de slag te gaan. Het was een moeilijke beslissing, want ze moest de kinderen waar ze jarenlang voor gezorgd heeft achterlaten. "Door de corruptie in het land kon ik in m'n eentje weinig betekenen, ik stond compleet machteloos. Ik ben toen voor een kindertehuis gaan werken dat door een ander westers stel was opgezet. Zij hadden hun tehuis ook met een soort christelijke motivatie geopend, zoals vaak gebeurt. De eerste jaren ging dat goed, maar het begon al gauw weer bergafwaarts te gaan. Weet je, ik geloof best dat die mensen zo'n weeshuis met goede intenties openen – maar uiteindelijk krijgt de hoeveelheid sponsorgeld die ze binnenhalen prioriteit en worden de kinderen waar ze voor moeten zorgen bijzaak."

Advertentie

Waar bleek dit dan uit? Margot legt uit: "Bij die tweede NGO waar ik aan de slag ging, had minstens 75 procent van de kinderen nog minstens één ouder, of een ander familielid dat bereid was voor ze te zorgen. Maar er werd niet eens moeite gedaan die kinderen terug te plaatsen bij hun familie, omdat ze voor het tehuis geld in het laatje brengen. Ieder kind had namelijk een aantal sponsors dat maandelijks een bedrag doneert. Tegelijkertijd creëer je met dit soort tehuizen ook een vraag naar 'weeskinderen'. Het gebeurt vaak genoeg dat kinderen vrijwillig door hun ouders afgezet worden bij dit soort tehuizen, omdat hun kinderen daar gegarandeerd zijn van een opleiding en voedsel in hun maag."

Er heerst hier zoveel corruptie en dit zijn de mensen die het zich kunnen veroorloven daar gebruik van te maken, door overheidsinstanties om te kopen.

Bij het eerste tehuis waar Margot werkzaam was, werden kinderen nog wel eens teruggeplaatst bij hun familie, maar ook dat verliep niet vlekkeloos. "Zulke kinderen kwamen vaak bij ons terecht als ze nog heel jong waren, en gingen dan rond hun negende weer bij hun eigen ouders wonen – maar omdat er binnen het tehuis alleen Engels tegen hen werd gepraat, verleerden ze hun moedertaal. Ze waren dan inmiddels al zo verwesterd, dat het ze heel veel moeite kostte om zich weer aan te passen aan hun oude omgeving."

Bij het tweede kindertehuis waar Margot aan de slag ging, werden aan de lopende band nieuwe kinderen verwelkomd. "Op zich een nobel streven," zegt Margot. "Maar als je daar als NGO niet goed op voorbereid bent, moet je daar gewoon niet aan beginnen. Binnen twee jaar waren er meer dan tachtig kinderen bijgekomen. Op een gegeven moment waren het er zoveel, dat ze bedden met elkaar moesten delen, of op de grond sliepen. Ook de één-op-één-aandacht schoot er bij in, en het waren telkens dezelfde, introverte kinderen die dan over het hoofd gezien werden. Vaak ging het ook om kinderen die de meest vreselijke dingen mee hebben gemaakt – maar nooit werden er therapiesessies aangeboden."

Advertentie

Ook aan seksuele voorlichting was een gebrek (volgens Margot wilde het westerse paar de kinderen binnen hun project "niet op ideeën brengen"), en dat terwijl met name de kinderen die voorheen op straat leefden al op een heel jonge leeftijd met seks in aanraking komen, vaak om zichzelf te redden op straat. "Uiteindelijk bleek dat de piepjonge babymeisjes in het tehuis zelfs seksueel misbruikt werden door de jongetjes van een jaar of tien, maar nog steeds was er van counseling geen sprake," aldus Margot. "Er is alleen een kort gesprekje met de jongens gevoerd, en daarmee was het afgedaan."

Ze vertelt over een jong meisje in hetzelfde tehuis dat geïnfecteerd was met hiv. Het meisje kampte met depressieve gevoelens en weigerde haar hiv-remmers te slikken. "Ik heb er alles aan gedaan om te zorgen dat ze haar medicijnen slikte, maar ze had echt een doodswens. Zulke problemen moet je aanpakken met counseling, en dat heb ik vaak tegen de directie gezegd – maar daar werd verder niets mee gedaan." Uiteindelijk sloeg haar hiv om in aids, en het meisje overleed. "Dat had gewoon voorkomen kunnen en moeten worden," vertelt Margot, "en ondertussen blijven grote, westerse bedrijven met veel naamsbekendheid dit soort projecten financieel ondersteunen, niet wetende wat zich achter de schermen afspeelt." Af en toe zouden er vertegenwoordigers van dergelijke bedrijven een dag of tien langskomen, waarbij vaak al drie dagen worden uitgetrokken om op safari te kunnen gaan: "En in die resterende week krijg je echt geen zicht op de ins en outs van zo'n tehuis, dus je hebt als bedrijf geen goed idee van het soort project waar je je geld aan geeft." Margot is van mening dat het probleem bij de kern aangepakt moet worden; kinderen zouden opgevangen moeten worden door naaste familieleden of pleeggezinnen – waar nodig met financiële ondersteuning. "Misschien is dit kortzichtig van mijn kant," zegt Margot, "maar ik werk helemaal niet meer voor NGO's die gerund worden door westerlingen. Ik ben te achterdochtig geworden. Er zijn zelfs westerse organisaties die ouders betalen om hun kind af te staan. Vervolgens wordt het kind illegaal geadopteerd tegen een grote som geld, en de familie ziet hun kind nooit meer terug. Ik werk nog wel samen met wat projecten die gerund worden door locals – mensen die niet uit zijn op persoonlijk gewin en daartoe ook de kans niet krijgen, omdat ze niet tig westerse sponsors achter zich hebben staan." Toch hoop ze dat westerlingen die dergelijke projecten leiden zelf gaan realiseren dat er iets moet veranderen. "Op een gegeven moment lopen deze mensen wel een keer tegen de lamp, maar dat kan soms jaren duren. De overheid hier begint nu eindelijk strenger tegen deze tehuizen op te treden, al hoop ik dat de mensen die zich hier schuldig aan maken zelf tot inkeer zullen komen en zich realiseren dat ze, ook al wonen ze hier al vele jaren, nog steeds te gast zijn." * Margot is een gefingeerde naam. Haar echte naam is bij de redactie bekend. Wegens privacyredenen is ook besloten haar exacte locatie niet prijs te geven.

-

Vrouwen praten misschien veel, maar we horen ze te weinig. Daarom is Broadly Nederland er. Like onze pagina.