FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

In 1998 was ik wereldberoemd op internet – tot ik uit het zicht verdween

Iedere minuut van mijn leven werd 13 jaar lang door 7 miljoen mensen op de voet gevolgd. Nu ik erop terugkijk, begrijp ik eindelijk waarom ik het deed.
Alle foto's eigendom Ana Voog
Alle foto's eigendom Ana Voog 

Er was eens een tijd waarin ieder moment uit mijn leven op de voet werd gevolgd door zeven miljoen mensen, en dat leek allemaal heel normaal.

Mijn naam is Ana Voog en ik ben een multimedia-kunstenaar, onderzoeker en singer-songwriter. Maar jullie kennen me misschien als de vrouw achter 'anacam', een livestream waar ik mijn persoonlijke leven 13 jaar lang 24 uur per dag met jullie heb gedeeld. (De stream bestaat niet meer, maar ik broadcast nu via AnaVoog.com)

Advertentie

Ik lanceerde anacam op 22 augustus 1997, en in het jaar erop werd de stream dagelijks door zeven miljoen mensen bekeken. Het internet bestond nog maar net – Google was er nog niet eens – maar toen bleek al dat mensen geen genoeg kunnen krijgen van online video’s waarin een volledige vreemde alle intieme, alledaagse en vunzige details uit zijn leven blootgeeft.

Ik werd beroemd en mocht zelfs exposeren in het Museum of Modern Art in New York. Ik had seks voor de camera (en stopte halverwege om pizza te bestellen) en beviel zelfs van een kind voor de camera (zonder pizza). Het werd allemaal mogelijk gemaakt door de webcamtechnologie van FTP, waarmee je iedere drie minuten één korrelig beeld kon uploaden met een inbelverbinding.

Ik was een van de eerste social-mediasterren, maar gelukkig word ik tegenwoordig nog maar door weinig mensen herkend. Achteraf gezien begrijp ik pas waarom deze levensstijl voor mij zo normaal voelde: het had alles te maken met mijn complexe vorm van een posttraumatisch-stressstoornis, waarmee ik inmiddels ben gediagnosticeerd. Het project van anacam was voor mij een manier om weer grip te krijgen op de wereld.

Ik ga op een excentrieke en veerkrachtige manier om met mijn problemen. Meestal draai ik ze om tot kunst. Als ik pijn voel, heb ik de neiging om er headfirst bovenop te duiken, en het helemaal kapot te analyseren.

In 1997 kon ik niet meer de straat op door mijn agorafobie, maar ik wilde wel graag mijn kunst delen met een zo groot mogelijk publiek. Het pasgeboren wereldwijde web leek voor mij een non-hiërarchisch, destabiliserend machtssysteem dat mij de kans gaf om dit doel te bereiken. Ik zag het internet als een manier om alle obstakels uit de weg te gaan, als een middel om gehoord te worden. We konden ons vrij uitspreken, en daarbij een hiërarchisch, patriarchaal systeem dat ons alleen maar de mond wilde snoeren omzeilen. Nou ja, zo voelde dat in ieder geval in 1997.

Advertentie

Wat ik heb geleerd van al die jaren dat mijn hele leven op straat lag? Ons diepe, allesverslindende verlangen om gewoon alleen maar “hoi” te zeggen, is wat het collectieve internet zo groot maakt. Dit merkte ik voor het eerst in mijn chatroom (toen heette dat IRC, Internet Relay Chat). Ik chatte met minstens 75 mensen tegelijk, uit meer dan 15 verschillende landen. Ik was toen nog een beetje een utopische idealist, en zag dit als een kans om mijn hand uit te steken naar al deze landen tegelijk. Ik wilde met Rusland praten, maar ook met Brazilië, Ecuador, Japan, Duitsland, België en meer landen.

Laten we al die bullshit voorgoed uit de weg ruimen, dacht ik . Laten we alle giftige restjes van de Koude Oorlog helemaal doen smelten. Maar niemand begreep wat ik probeerde te doen. Het enige wat al deze kijkers naar me riepen was “Zwaai naar me!” “Zie je mij??” “Ik zie jou!”. Ik realiseerde me dat het in onze natuur zit om gehoord en gezien te willen worden. Dat is nooit anders geweest.

Social media geeft ons nu de illusie dat we continu gezien en gehoord worden. Toch is het overduidelijk dat dit eigenlijk juist wordt gesaboteerd door de megabedrijven die hier helemaal geen baat bij hebben. Waar we eigenlijk mee bezig zijn, is het oversharen van persoonlijke informatie totdat iedereen totaal verdoofd is, of alleen nog maar woede of wanhoop voelen. Zo maakt social media ons fysiek, mentaal en geestelijk ziek.

Advertentie

Een still uit AnaCam. Foto eigendom van Ana Voog

Toen ik met anacam begon, kreeg ik meteen te maken met cyberpesters van het soort dat ook nu nog zo veel vrouwen lastigvallen. Een alleenstaande vrouw die gewoon zegt wat ze denkt – en daarbij vaak ook nog naakt is – was toen een enorm taboe. Mensen kwamen me vertellen dat ik mijn plek moest kennen. Ik werd gestalkt en lastiggevallen.

Ik zei in 1997 al dat “privacy tussen je oren” zit. Ik sta hier nog steeds achter. Voor mij betekent privacy vooral het gevoel van veiligheid. En ik vocht altijd voor mijn gevoel van veiligheid door zo transparant mogelijk te zijn.

Ik ben meerdere keren seksueel lastiggevallen, maar tijdens de opnames van mijn stream voelde ik me altijd veilig. Als iemand iets zei of deed waar ik me niet prettig bij voelde, stond het allemaal op camera. Of anders zou ik er, voor het oog van mijn kijkers, de hele nacht lang over schrijven.

Dat iedereen zulke persoonlijke dingen van mij wist, of naar mijn naakte lichaam keek, maakte me niet uit. Het waren altijd maar momentopnames. Het is een foto van mijn lichaam, niet mijn echte lichaam en ik bepaal hoe het wordt gezien, dacht ik. Ik was vastbesloten om een transparant leven te leiden. 'Er is geen betere plek om iets te verstoppen dan daar waar iedereen het gewoon kan zien' – dat idee.

Veel mensen schreven over mijn werk, maar volgens mij hebben ze uiteindelijk niet begrepen wat ik eigenlijk probeerde te doen. Ik was geen exhibitionist, ik was een anarchist. Ik wilde alle archetypes waar mensen mij mee associeerden onderuit halen – het domme blondje, bijvoorbeeld. Als je denkt dat ik dom ben, laat ik je wel even zien hoe slim ik ben, dacht ik.

Het is moeilijk om een experiment dat 13 jaar duurde en 20 jaar geleden begon, samen te vatten en er met de kennis van vandaag iets zinnigs over te zeggen. Maar ik kan wel zeggen dat ik me nu meer bewust ben en realiseer dat ik niet alleen degene was die bekeken werd. Ik was zelf ook een kijker. Door zoveel van mezelf te laten zien, won ik het vertrouwen van mijn publiek. Ze deelden persoonlijke dingen met mij. Ik heb van iedereen geheimen, verlangens, wensen, dromen en problemen aangehoord – van huisvrouwen tot diplomaten, van vrachtwagenchauffeurs tot FBI-agenten. En dat heeft deze online reis, in ieder geval gedeeltelijk, heel waardevol gemaakt.