hannah binsbergen
Hannah van Binsbergen met een poster van Jacobin. 
Identiteit

Tijdschrift Jacobin wil linkse ideeën weer populair maken in Nederland

We spraken hoofdredacteur Hannah van Binsbergen over het aardse paradijs Kokanje, het recht op luiheid en natuurlijk Karl Marx. 
Tim Fraanje
Amsterdam, NL
David Meulenbeld
foto's door David Meulenbeld

Begin volgend jaar start de Nederlandse editie van het van oorsprong Amerikaanse tijdschrift Jacobin. Jacobin, dat onder andere ook een Engelse, Duitse en Braziliaanse editie kent, heeft een uitgesproken socialistische signatuur. Het kwam op ten tijde van de Occupy-beweging, die overal ter wereld beurspleinen bezette om te protesteren tegen het kapitalisme. Ook maakten ze er geen geheim van dat ze de campagne van de linksige presidentskandidaat Bernie Sanders steunden. 

Advertentie

Ik wilde er meer over weten. Niet omdat Amerika nou zo’n fijn politiek gidsland is, maar omdat hoofdredacteur van de Nederlandse editie Hannah van Binsbergen is. Van Binsbergen is een romanschrijver en dichter en haar laatste dichtbundel ging over Kokanje, het mythische luilekkerland waarin er eten in overvloed is en je nooit hoeft te werken. En ze is niet de enige dichter in de redactie. Zou poëtische verbeeldingskracht de ideeëncrisis op links kunnen oplossen waar zo vaak op gehaat wordt (o.a. door mij)? En kan het socialisme van Jacobin helpen een aanlokkelijke post-kapitalistische toekomst te realiseren? 

Die vraag staat in ieder geval centraal in het eerste nummer, zo leer ik als ik van Binsbergen spreek in haar Amsterdamse appartement. Het thema is namelijk: “een wereld te winnen”. Van Binsbergen streeft met haar redactie naar een vrijere en autonomere samenleving, waarin er voldoende welvaart is voor iedereen. Want hoewel er in de huidige samenleving tientallen smaken chips te koop zijn, zijn de mogelijkheden om je leven naar eigen inzicht vorm te geven beperkt. “Marx zei: het proletariaat heeft heel veel vrijheid, namelijk, de vrijheid om onder een brug te slapen of hun arbeid te verkopen op de arbeidsmarkt. Dat is nog steeds waar denk ik, dat zijn de smaken die er zijn,” aldus Van Binsbergen.

Advertentie

“Een andere wereld is mogelijk, zelfs in Nederland,” staat er dan ook in grote witte letters tegen een rode achtergrond te lezen op de nieuwe website van Jacobin. Er staat een logo bij van iemand met een steek op zijn hoofd. Het stelt Toussaint Louverture voor, de leider van de Haïtiaanse revolutie die, geïnspireerd door de idealen uit de Franse revolutie in opstand kwam tegen de slavernij met zijn “zwarte Jacobijnen”. 

Het doel van het socialisme van Jacobin is dat “de productiemiddelen in handen komen van de mensen die produceren, zodat ze zelf kunnen beslissen of, wat en hoe ze produceren”. Volgens van Binsbergen wordt er geen strikte ideologische lijn uitgezet, maar fungeert het blad juist als een platform voor discussie. Ze willen artikelen plaatsen die je niet “in de Groene Amsterdammer of de Volkskrant” zou kunnen lezen. “In die media moet je eerst uitleggen: er is zoiets als kapitalisme. Dat doet dit en dit en dit met de wereld, en dat zouden we willen veranderen. Dat is een stap in je betoog die je bij Jacobin kan overslaan.”

Van Binsbergen maakte kennis met het blad aan het begin van haar studententijd. “Toen was ik al best uitgesproken links. Ik merkte toen heel erg dat de houding van mensen in Nederland ten opzichte van alles wat met socialisme te maken heeft meewarig is. Alsof het iets van het verleden is, alsof je als socialist nostalgisch bent naar de VARA zoals die vroeger was.” Degenen die nog wel in de kracht van links geloofden waren grepen ook vaak terug op eerdere stromingen. “Ik associeerde krakers en linkse groeperingen met het gestencilde blaadje, de stickers en tevreden zijn met het opereren in de marge.” 

Advertentie

Haar kennismaking met Jacobin was dan ook een verademing: “Ik was verrast dat het zo overduidelijk van nu was, en dat had ook veel te maken met hoe het eruit zag. Heel cool en fris. Het straalde een niet-marginaal links uit. Een populair links.” Ze denkt dat een deel van die coolheid er misschien mee te maken heeft dat het een Amerikaans blad is: “Zij hebben niet, zoals wij, partijen die zich socialistisch of sociaaldemocratisch noemen, maar vervolgens als ze de macht krijgen toch de welvaartsstaat zijn gaan afbreken.” Toen ze hoorde dat een aantal Nederlandse linkse schrijvers met het idee speelden om het blad naar Nederland te halen, was ze er dan ook snel bij om zich te kandideren als hoofdredacteur. 

Het mag dan een geïmporteerd concept zijn met voor een deel vertaalde artikelen, de Nederlandse Jacobin gaat zich wel degelijk toespitsen op de Nederlandse situatie. Als onderdeel van hun zoektocht naar alternatieven voor de status quo bekijken ze ook het verleden met een andere blik. De socialistische kant van de geschiedenis is volgens Van Binsbergen onterecht onderbelicht. “Er zijn ook in Nederland inspirerende socialistische figuren die internationaal ontzettend belangrijk waren, en misschien ook helemaal niet zo wit en mannelijk als mensen zich voorstellen.” 

Van haar hand is op de Engelstalige Jacobin bijvoorbeeld een artikel verschenen over de Henriëtte Roland Holst. “Mensen kennen haar als een dichter, later is ze ook een beetje een christelijke kant op gegaan. Maar zij is echt een enorme spil in het Europese communisme. Ze was dé persoon in West-Europa die contact had met de leiders van de vroege Sovjet-Unie. Zo kom je op het idee: Nederland was altijd al veel groter dan we ons misschien voorstellen.” Ze benadrukt dat de Sovjet-Unie niet geromantiseerd wordt door Jacobin, maar zegt ook: “Als je het hebt over de geschiedenis van de Sovjet-Unie moet je niet de ideeën verwarren met de uitvoering in een politiek bestel dat helemaal niet zo trouw was aan die ideeën.” 

Advertentie

Als ik enthousiast vraag of het land van Kokanje ook gepromoot zal worden in Jacobin, reageert Van Binsbergen wat terughoudend. “Kokanje is alleen maar een utopische droom, ontstaan in de Middeleeuwen als een vorm van escapisme. Gebraden duiven die door de lucht vliegen is niet een situatie die we kunnen bereiken, want dat is niet hoe de biologie werkt, helaas.” Ze zegt dat het socialisme daarentegen een “concreet haalbaar ideaal” nastreeft, waarvan het kapitalisme vertelt dat het niet mogelijk is: “Een grotere mate van gedeelde welvaart, en minder schaarste aan dingen die mensen nodig hebben en willen; eten, veiligheid, plezier, seks.” 

Breughel kokanje

Het land van Kokanje door Pieter Breughel de Oudere. Beeld: wikimedia commons.

Toch voedt haar dichterschap wel haar politieke strijd. “Je hebt een heel bekende uitspraak, bijna een dooddoener: het is makkelijker om je het eind van de wereld voor te stellen dan het eind van het kapitalisme.” Dit gezegde werd gepopulariseerd door cultureel criticus en blogger Mark Fisher, in navolging van de filosoof Slavoj Žižek, en is de laatste jaren niet weg te denken uit de internetcultuur. “Het framet het probleem van een gebrek aan activisme als een gebrek aan verbeeldingskracht. Daarbij denk ik als dichter: daar kan ik wat aan doen.” vertelt van Binsbergen. “Een gedicht schrijven is een vaag esoterisch proces, waarin ik een soort van visioen heb waar ik zelf heel gelukkig van word en dat probeer ik dan naar de werkelijkheid te slepen. Jacobin is een veel rechtlijniger project, maar ik merk wel dat het helpt dat ik dingen goed kan verwoorden. Er zijn bepaalde socialistische ideeën en ik wil dat meer mensen daar kennis mee maken, op een leuke en toegankelijke manier.”

Advertentie

Eén van die ideeën, dat in zekere zin ook tegen het utopische Kokanje aan schurkt, komt van Paul Lafargue, de schoonzoon van Marx. “Dat vind ik ook een heel leuke figuur. Hij heeft een boek geschreven: Het Recht op Luiheid. Niet echt een goed boek, maar wel een inspirerend idee. Hij zegt dat productie en werk eigenlijk vijanden zijn van de menselijke natuur, en dat de strijd die we moeten voeren gericht moet zijn op het terugdringen van dat euvel. Als het aan mij ligt gaan we daar ook een nummer aan wijden. In Nederland had je in de jaren tachtig ook een heel sterke anti-werkbeweging: mensen werden werkloos en vroegen zich af of ze eigenlijk wel weer aan het werk zouden moeten gaan.” Van Binsbergen zegt dat dit gedachtegoed ons bij een hele fundamentele vraag brengt: “Stel dat je niet zou hoeven werken, wat zou je dan doen? Dan kom je terecht bij een verlangen. Misschien komen dan wel veel meer mensen erachter dat ze eigenlijk dichter zijn.” 

Hannah van Binsbergen-14.jpg

Hannah van Binsbergen in haar huiskamer.